BorstkankerBlog 7


Laten we het open houden

De vorige blog eindigt dat ik op weg ben naar een plek in mezelf. Niet vanuit angst, maar vanuit die plek wil ik beslissen over behandelen. Volgens mij ben ik nog nooit op die plek geweest.
Het vraagt veel innerlijk werk om daar te komen, want de angsten gieren door mijn lijf.

Angst voor uitzaaiingen, angst voor verminking van mijn lichaam, angst voor chemotherapie, angst voor operatie, angst om te sterven, angst om dood te gaan, angst om zieker te worden (want nu voel ik nog niets), angst om af te takelen, angst voor pijn.

En dan is er ook nog de context. Kan ik mijn ziekte borstkanker plaatsen in de gehele context van mijn leven? Verdriet, machteloosheid, ongeloof, boosheid, woede, jaloezie; het komt allemaal omhoog en ik laat het allemaal door mijn lichaam gaan.

En wat levert al dat innerlijk werk op? Dat er een moment is dat ik innerlijke rust ervaar.
Dat ik weet dat ik niet aan de chemo’s ga. Ik voel me opgelucht en lichter.

De oncoloog heeft respect voor mijn keuze.
Ze vraagt: ‘Hoe zie je de toekomst? Weet je hoe het vervolg van je beslissing eruit ziet?’
Ik antwoord dat ik dat niet weet. Dat niemand dat weet.
Vanuit haar praktijk legt ze kort uit wat ik kan verwachten. Ik geef toe dat ik ervan schrik, maar ze legt ook uit wat zij nog voor mij kan doen. Dat laatste is dan weer een geruststelling. Ik zeg dat ik geen pijn wil en dat ik tegen die tijd euthanasie wil.
Heb ik hier echt mijn doodvonnis getekend?

Mijn hart schreeuwt: ‘Laten we het open houden!’
Waarom zeg ik dat niet tegen de oncoloog?
Omdat ik zelf ook niet de afloop open kan houden?

Volgens protocol moet ik naar de psychiater omdat ik niet behandeld wil worden. Er moet vastgesteld worden dat ik niet depressief ben. De oncoloog zegt dat zij dat niet denkt, maar er moet zorgvuldig gehandeld worden. Eigenlijk is het ook de start van het euthanasietraject. En het moet snel.

Tot slot vertelt de oncoloog dat ik nu ‘terug ga’ naar de huisarts. Ik vraag of de deur dicht zit. ‘Nee hoor’, zegt ze. ‘Als je gaat twijfelen of toch meer informatie wilt, kun je opnieuw een afspraak maken. De deur staat op een kier.’

Twee weken later bespreek ik met de psychiater mijn niet-behandel-keuze. Ik zeg dat de chirurg vijf minuten mijn ziekte heeft besproken en toen het behandelplan op tafel legde. Maar bij mij werkt dat niet, ik wil me niet uit angst vastklampen aan een behandelplan. Ik heb het voor me uitgeschoven. Eerst wilde ik voelen wat de diagnose met me doet. Dat was heel intens en is het nog steeds. Er komt zoveel angst, machteloosheid en verdriet omhoog.

Ze vraag wat voor werk ik doe. Als ik vertel dat ik holistisch therapeut ben en mensen help met hun verlies en rouw, begrijpt ze mijn motivaties. Ze is oprecht nieuwsgierig naar mijn holistische werkwijze en ik voel hoe ze dieper contact met me maakt als ik vertel hoe ik werk.
Na een kwartier sluit ze het gesprek af en zegt: ‘Ik stel vast dat je een zorgvuldig besluit hebt genomen. Moedig van je.’ Ze wenst me oprecht sterkte.

Hoewel ik een goed gevoel over het gesprek heb, realiseer ik me dat ik vergat te vragen of ze de afloop voor mij open wil houden. Terwijl ik op de roltrap stap, zeg ik tegen mezelf: ‘Je had het je nog zo voorgenomen!’
Dan valt mijn oog op haar.

Ik zie haar zitten aan de tafel, met koffie. Ze is met haar partner. Hij zit wat van haar af. Het is stil tussen hen. Ze wachten, ieder in hun eigen wereld. Ze draagt een mutsje. Ik zie haar  bleke gezichtje, hangende schouders.
Het hele beeld raakt me. Ik ben begaan met haar en met hem. Dan voel ik in de diepte wat ik wil: niet dat ik gezond wordt, maar zij ook. Dat alle mensen gezond zijn.

Met betraande ogen zoek ik mijn fietssleutel in mijn tas. Ik voel intens verdriet en een diepe motivatie. Met dit nieuwe inzicht ben ik op een diepere laag in mezelf geland. Meer thuis in mezelf.


Wil je reageren op deze blog? Stuur me gerust en vrijblijvend een berichtje: willy@effectiefrouwen.nl  of via het contactformulier.  Ik antwoord altijd, maar gezien de omstandigheden wat later.